Hoe moet het verder met België ?

Er moet een duidelijke structuur komen: de bevoegdheden moeten zich op één niveau bevinden. Ieder niveau heeft zijn bevoegdheden. Geen Ping Pong meer tussen de verschillende overheden in dit land en ook niet in Europa. Dit moet echte subsidiariteit worden.

Federalisme versus Confederalisme

Er is nogal wat onduidelijkheid rond federalisme versus confederalisme. Het wordt door velen aanzien als een splitsing of beëindiging van België. We moeten oppassen voor begripsverwarring. Ook veel politici gebruiken dit niet op correcte manier.

Een confederatie of een statenbond is eigenlijk een verbinding tussen soevereine staten, die op basis van een gezamenlijk verdrag overeenkomen om bepaalde aangelegenheden, zoals buitenlandse belangen en veiligheid, al dan niet tijdelijk, gemeenschappelijk te regelen. Het grote verschil met een federatie of bondsstaat is dat de klemtoon ligt op de individuele deelstaten, die in wezen soeverein blijven of worden. In een federatie daarentegen ligt de soevereiniteit bij de federatie, het overkoepelende geheel. Terwijl in een bondsstaat de federale grondwet het bindende element is, is in de statenbond het verdrag het bindende element, waarbij de staten principieel hun soevereiniteit bewaren. De Europese Unie is een confederatie, want de Unie heeft slechts bevoegdheden voor zover de (soevereine) lidstaten die bevoegdheden hebben overgedragen. In een confederatie kunnen de leden die federale bevoegdheden ook (eenzijdig) intrekken.

België moet niet gesplitst worden of beëindigd, maar wel duidelijker georganiseerd om klaar te zijn voor een nieuw Europa. Politiek moet zo dicht mogelijk bij de bevolking plaatsvinden. Er moet een eenvoudige, eenduidige structuur komen zonder tussenstructuren en onduidelijke beslissingsbevoegdheden. Kleinere structuren zijn veel overzichtelijker dan grote. Hoe groter de organisatie, hoe meer bureaucratie er ontstaat. Dat is nooit in het voordeel van de burger.

Naar een Federatie van stadsgewesten

Alle overheidstaken zijn in principe zaak van de stadsgewesten, tenzij de Grondwet bepaalde taken aan het federaal niveau (voorlopig Belgisch, later Europees) heeft overgedragen. Welke taken naar het Federaal (later Europees) niveau worden overgedragen wordt bepaald in een akkoord tussen de stadsgewesten. Alle ministeries worden dus beheerd op stadsgewest-niveau. Solidariteit tussen rijkere en armere regio’s blijft behouden, alleen duidelijker georganiseerd zoals in Zwitserland.

Gemeente

Het laagste verkozen niveau is de gemeente (gedefusioneerd, want zo dicht mogelijk bij de burger) waar alle lokale problemen worden aangepakt. De wijkcomité’s die niet verkozen zijn maar bestaan uit vrijwilligers, moeten het gemeentebestuur dichter bij de burger brengen en de beslissingen meer volgens de wensen van de bevolking maken. Op die manier worden lokale problemen door lokale overheden opgelost zonder bemoeienissen van hogere niveaus. Zoals reeds vroeger voorgesteld (2.5 Voorbeelden van directe verantwoordelijkheid) moet de gemeente geld ontvangen via het kadastraal inkomen om een echt beleid te kunnen voeren.

Stadsgewest

Het stadsgewest beheert die zaken die boven de mogelijkheden van de gemeente gaan: alle taken met een centrumfunctie of een hoge techniciteit; zoals energie en water, openbaar vervoer, medische voorzieningen, informatica, patrimonium-beheer, onderwijs (behalve lagere school), cultuur, enzoverder.

Vlaams Parlement

De verkozen mandatarissen van het stadsgewest zijn per definitie ook de leden van het Vlaams Parlement. Er is dus geen aparte verkiezing van Vlaamse parlementairen. Samen beslissen deze parlementsleden wat ze op Vlaams niveau besturen en wat op stadsniveau. Hier moet een zeer duidelijke taakverdeling komen zodat overlapping vermeden wordt. Efficiëntie is daarbij het uitgangspunt.

Federaal en Europees Parlement

Zolang Europa niet evolueert naar een Europese Federatie (verre toekomst, zie 4.2), zal het Federaal parlement blijven bestaan. Het federaal parlement zal die taken behartigen die later naar het Europese niveau worden overgedragen: Buitenlandse en Binnenlandse zaken, Defensie, Migratie en Ontwikkelingshulp, Milieu en Energie, Financiën, Economische zaken en Mededinging. ALLE andere taken worden beheerd op het gewest-niveau, behalve de puur lokale aangelegenheden die door de gemeente beheerd worden.

De werkwijze van het parlement moet worden aangepast

Plenaire vergaderingen van het parlement worden uitzonderingen (jammer voor Linda De Win en haar programma). Het stemmen van wetten gebeurt op stadsgewest-niveau, liefst electronisch en zeker geheim. De parlementsleden hebben een bureau in het parlement van hun stadsgewest en werken van daaruit behalve voor de Parlementaire Commissies die zeer belangrijk worden. Wetten moeten gemaakt worden door Parlementaire Commissies, goedgekeurd door het Parlement en niet door de Uitvoerende macht (regering).

Parlementaire Commissies

Parlementaire commissies krijgen een heel belangrijke functie in de toekomstige werkwijze. Het is daar en niet in de regering dat het wetgevend werk gebeurt. Er moet een parlementaire commissie komen voor elk beleidsdomein en de ministeries worden ook georganiseerd volgens de indeling van de parlementaire commissies. Er zijn parlementaire commissies voor elk niveau.

Senaat

De senaat moet een andere functie krijgen (waarover later meer) en wordt niet langer direct verkozen maar geloot. De leden van de senaat worden geloot uit alle verkozen mandatarissen (14.366) van alle niveaus. Deze loting zal jaarlijks plaatsvinden: het eerste jaar worden alle 231 senatoren geloot, daarna wordt elk jaar 20 % van de leden vervangen. Op deze manier is er een continue vernieuwing van de leden, maar met behoud van continuïteit. Uiteraard krijgen ze niet langer de vergoeding van een senator, maar een vergoeding naar prestaties. Ook het aantal werkuren is beperkt omdat hun taak veranderd is.