Wat beweegt mensen? Welke doelen hebben mensen?

Is de mens alleen maar een “ik” die maximaal aan behoeftebevrediging doet?
Of heeft hij ook andere motieven of beweegredenen?
Welke doelen of drijfveren gebruikt hij? En hoe ontstaan die?

Als je wordt geboren ben je compleet afhankelijk van je ouders. Zonder zorg en eten gaat een baby dood. Later leer je van alles van je ouders en je omgeving;

  • Je leert lopen, je leert fietsen, …
  • Je leert je tanden te poetsen en een douche of bad te nemen, …
  • Je leert hoe je mensen aanspreekt, …
  • Je leert hoe je een ruzie oplost, of hoe je met emoties omgaat, …
  • Je leert op school, in de sportclub, …
  • Je ervaart , . . .

Je ziet wat je ouders of je omgeving doen, hoe ze met problemen omgaan, waarvoor ze bang zijn. Dit is even belangrijk is als wat ze je leren. Alles wat je leert of ervaart wordt in de hersenen opgeslagen.

Het is belangrijk om te beseffen dat een kind de eerste zes levensjaren geen kritisch denkvermogen heeft, het neemt alles zonder twijfelen aan. Wat het hoort, ziet of ervaart is belangrijk voor de ontwikkeling van hun wereldbeeld.

De kinderlijke onschuld raakt steeds meer afgedekt door volwassen regels, of ze nu goed of waar zijn of niet. Kinderen ontwikkelen zo een basis, en van daaruit treden ze de uitdagingen van het leven tegemoet. En hoe vaker je specifiek gedrag herhaalt, hoe meer het een automatisme wordt. Na verloop van tijd hoef je niet meer na te denken: het gaat vanzelf.

Wat een kind geleerd heeft zal bepalen hoe het in zijn verder leven omgaat met alle drijfveren van het leven. Maar je kunt in de kindertijd door opvoeding of (negatieve) levenservaringen ook bepaalde overtuigingen voor jezelf creëren.

Wat hebben we nodig om gelukkig te zijn?

Jan Mertens van Oikos geeft hierop een mooi antwoord:

“Als je je afvraagt wat je echt nodig hebt om gelukkig te zijn, zullen er in je antwoorden waarschijnlijk waarden zitten. Je wilt dat je je verbonden kunt voelen met andere mensen, dat je je veilig voelt in een huis waar je je kinderen geborgenheid kunt geven, dat je een zinvolle bijdrage kunt leveren aan de samenleving, dat je gezond kunt blijven, dat je kinderen ook een waardige toekomst zullen hebben.”

“Als je je afvraagt wat je graag van Sinterklaas zou krijgen, zullen de antwoorden heel anders zijn. Je zult je verder misschien ook afvragen hoe het komt dat Sinterklaas in sommige gezinnen meer speelgoed brengt dan in andere.”

Bij de eerste vraag kom je misschien dichter bij iets van ‘zijn’, bij de tweede meer bij iets van ‘hebben’. Een mooi evenwicht tussen ‘zijn’ en ‘hebben’ maakt de mens gelukkiger. Laat ons meer op zoek gaan naar zingeving van ons leven en minder naar drang naar consumptie. En om iets te bereiken moet je vooral ‘doen’. Ook hier moet er een evenwicht zijn tussen zijn, doen, hebben.

De Zes Doelen

Onze doelen of beweegredenen of drijfveren zijn de volgende zes:

  • Je bent een “ik”, maar als “ik” ben je tevens een deel van een groter geheel;
  • Je bent lid van een gezin, een familie
  • Je participeert in een groep, een streek, een land, een bedrijf, een sportclub, …
  • Je maakt deel uit van een wereld van verschillende volkeren en rassen
  • Je leeft samen met de dieren en met de natuur
  • Je bent een spiritueel wezen

In een ideale wereld zijn deze zes drijfveren in evenwicht, even belangrijk. Als we dit bereikt hebben kunnen we misschien loslaten zoals de Toltken en de Azteken in centraal Mexico deden in de Zevende eeuw.

De Nahua-zegening

Ik bevrijd mijn ouders van het gevoel dat ze bij mij gefaald hebben.
Mijn kinderen bevrijd ik van de behoefte om me trots te maken.Mogen zij naar hartelust hun eigen weg gaan.Mogen ze hun intuïtie volgen om hun dromen te verwezenlijken.
Mijn partner bevrijd ik van de verplichting om mij compleet te maken.Ik mis niets, ik leer de hele tijd van iedereen.
Ik dank mijn grootouders en mijn voorouders die ter wereld zijn gekomen, zodat ik vandaag kan leven.Ik verlos hen van mislukkingen en onafgemaakte verlangens uit het verleden, wetende, dat ze hun best deden, om hun levensomstandigheden zo goed mogelijk te dra
gen.
Ik eer mijn familie, houd van haar en accepteer haar als vrij van alle fouten.
Ik toon mijn ziel voor haar ogen, daarom weten ze dat ik niets meer verberg of verschuldigd ben, naast trouw te zijn aan mezelf en aan mijn eigen bestaan, door de wijsheid van mijn hart te volgen.Mijn levensplan vervul ik nu zonder verplichting aan mijn familie.
Ik weet dat mijn vrede en geluk mijn eigen verantwoordelijkheid is.
Ik geef de rol van redder op, ik hoef niet langer degene te zijn die aan de verwachtingen van anderen voldoet.
Door te leren door de liefde en alleen door de liefde, eer ik mijn essentie en zegen ik mijn essentie en mijn manier van uitdrukken, ook al word ik misschien niet begrepen.
Alleen ik begrijp mezelf omdat alleen ik mijn verhaal heb geleefd en beleefd.
Omdat ik mezelf ken, ik weet wie ik ben, wat ik voel, wat ik doe en waarom ik het doe.
Ik eer mezelf, ik hou van mezelf en ik accepteer mezelf als vrij van schuld.
Ik eer ook jou, ik hou van je en ik accepteer je als vrij van schuld.
Ik eer de goddelijkheid in mij en in jou.
We zijn vrij.

Geschreven in de 7e eeuw in centraal Mexico in Nahuatl, een taal die gesproken werd door de Nahua, de oorspronkelijke bewoners van het huidige Mexico en andere delen van Midden-Amerika. Het was ook de taal die gesproken werd door de Tolteken en Azteken.