Welke bevoegdheden moeten naar het Europese niveau?

Volgens het subsidiariteitsbeginsel moeten alleen die bevoegdheden naar Europa gaan die niet kunnen uitgevoerd kunnen worden op een lager niveau en dat zijn die bevoegdheden die een grensoverschrijdend effect hebben. Het mag niet de bedoeling zijn om alleen maar macht naar dat niveau te brengen. Zeker geen concentratie van alle macht. Besluitvorming over de grensoverschrijdende problemen worden genomen door het Europees Parlement, de andere wetten worden gemaakt per regio door de regionale parlementen.

Europa moet zich bezighouden met die bevoegdheden die grensoverschrijdend zijn en niet op alle gebieden willen ingrijpen die eigenlijk door de regio’s kunnen en moeten gebeuren.

  • Buitenlandse zaken: Alle contacten op diplomatiek vlak. Maar ook één ambassade voor alle regio’s die deelnemen aan de Europese Federatie.
  • Binnenlandse zaken: interne veiligheid, georganiseerde misdaadbestrijding, terrorisme, justitiële en politiële samenwerking (enkel voor grensoverschrijdende zaken)
  • Defensie en grensbewaking: een Europees verdedigingsleger dat enkel vredesmissies doet buiten de Europese Federatie en grensbewaking.
  • Migratie en ontwikkelingshulp: men moet de mensen die men binnenlaat een menswaardig bestaan kunnen aanbieden (dus geen armoede) en wie naar hier komt moet bereid zijn een bijdrage te leveren aan onze verzorgingsmaatschappij. Gelijktijdig hiermee zou er een grote inspanning moeten gedaan worden door het verhogen van de bijdragen voor ontwikkelingshulp om die landen te gaan helpen die nu in nood zijn. Europa is het zichzelf verplicht om iets te doen voor bv Afrika. En daarenboven lost men daarmee veel migratie op.
  • Milieu en energie: milieu, klimaatverandering, bescherming van visbestanden, landbouw- en visserij-beleid: voor zover het een impact heeft op het milieu (dus stimuleren van bioteelt en niet het sponsoren of subsidiëren van grote landbouwbedrijven). Europa moet energie-onafhankelijk worden, volledig onafhankelijk van fossiele brandstoffen.
  • Mobiliteit & Transport (binnen de Europese Federatie): snelwegen, hoge snelheidstreinen en internationale trein- en luchtverbindingen (bv. het uitwerken van een goed Europees treinnet om zoveel mogelijk goederen in containers door treinen te laten vervoeren binnen Europa). Eén verkeersreglement en verkeersborden zodat er in heel Europa dezelfde regels gelden. Een Europese nummerplaat, één kleur en structuur voor alle landen, maar georganiseerd per regio uiteraard.
  • Financiën: om deze structuur te bekostigen moet er een Europese belasting komen aanvullend op de regionale belastingen en met een duidelijke vermelding dat het om Europees geld gaat. Niet langer bijdragen van de Nationale staten, maar directe inkomsten naast directe verantwoordelijkheid. 
    • Budgetcontrole en afbouw staatsschuld van deelnemende landen: Europa moet controle houden op de uitgaven en inkomsten van de regio’s binnen de staten. Een regio, land of Europese Unie die zijn ideeën laat betalen door de toekomstige generatie is de naam democratie niet waardig.
    • Monetair beleid: De Euro invoeren moet een verplichting worden voor elk nieuw land in de Europese Federatie. De ECB moet onder de controle worden gebracht van het Europees parlement.
    • Belastingontduiking of -ontwijking
    • Europese belasting voor bedrijven die in meerdere regio’s een filiaal hebben
  • Economische zaken en mededinging: houdt zich bezig met alle zaken die te maken hebben met de Europese economie, zoals handel, industrie, communicatie, ondernemen, innovatie, mededinging en consumentenzaken.
  • Sociale zaken: als we de BTW uniform maken en gebruiken om een sociaal beleid te voeren, waarbij iedereen bijdraagt naar zijn mogelijkheden. Het sociaal beleid zou kunnen bestaan uit een Europees Basisinkomen en uit Collectieve Arbeidsovereenkomsten.