1.6 Federalisme in een multiculturele staat

Zwitserland bestaat uit kantons met verschillende talen en religies. Federalisme is hiervoor geschikt, omdat het zorgt voor culturele diversiteit van de kantons binnen de nationale eenheid. Federalisme hielp om conflicten tussen protestanten en katholieken te verzachten en om verdeeldheid tussen de taalgroepen te voorkomen. Toch slaagde het federalisme er niet altijd in om culturele en taalkundige minderheden te integreren. Het kanton Jura is een voorbeeld van een mislukte integratie. De Jura scheidde zich af van het kanton Bern.  

Multiculturele samenleving 

64% van de Zwitserse bevolking spreekt Duits, 20% Frans, 6,5% Italiaans, 0,5% Reto-Romaans en door immigratie spreekt 9% een andere taal als moedertaal (gegevens van de telling van 2000). Taalgroepen zijn territoriaal geconcentreerd. Er zijn kantons met een Duits-, Frans- respectievelijk Italiaanssprekende bevolking. De meeste kantons zijn eentalig. Slechts drie van de 26 kantons (Wallis, Bern en Fribourg) zijn tweetalig en het kanton Graubünden is drietalig. De Reto-Romaans sprekende gemeenschap is de enige die in geen enkel kanton een meerderheid vormt. De twee belangrijkste religieuze groepen zijn de katholieken (44 %) en de protestanten (37 %). Tegenwoordig zijn ze gelijkmatiger verdeeld dan in de 19e eeuw, toen er kantons waren met duidelijke katholieke of protestantse meerderheden. Maar zelfs in kantons met religieuze en taalkundige diversiteit zijn de meeste gemeenten relatief homogeen.

Multiculturele staat 

De Zwitserse natie bestaat niet uit de etnische of culturele eenheid van zijn volk. Zwitserland beschouwde zichzelf vanaf het begin als een multiculturele staat en erkende verschillende talen en religieuze overtuigingen als gelijkwaardig. Zo stelde de grondwet van 1848 dat Zwitserland uit 25 kantons en hun volkeren bestaat. De identiteit van Zwitserland bestaat niet in de aansluiting van zijn mensen bij dezelfde etnische groep, religieuze overtuiging of cultuur, maar berust op hetzelfde burgerschap binnen dezelfde constitutionele democratie. De politieke instellingen hielpen bij de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Zwitserse samenleving die in 1848 nog niet bestond.

Federalisme en het overwinnen van culturele breuklijnen

In de eerste decennia van de Zwitserse federatie waren protestanten en katholieken diep verdeeld over de kwestie van de scheiding van staat en kerk. Ook kwamen er taalkundige verdeeldheid, bijvoorbeeld aan het begin van de Eerste Wereldoorlog, toen Franstaligen aan de kant van Frankrijk stonden en Duitstaligen aan de kant van de Duitsers. Het overwinnen van deze culturele breuklijnen was van vitaal belang voor Zwitserland. Ondanks het federalisme hebben landen als België of Canada ernstige conflicten tussen hun taalgroepen. Het is duidelijk dat de integratie van culturele minderheden moeilijk is. Het succes van de integratie in het geval van Zwitserland had verschillende redenen: 

° Federalisme verleende een hoge autonomie aan de kantons, waardoor taalkundige en religieuze minderheden hun culturele bijzonderheden konden koesteren.

° Taalkundige en religieuze minderheden kregen een evenredige vertegenwoordiging in de Federale Raad en andere federale autoriteiten, wat gunstig was voor hun politieke integratie.

° De meeste politieke partijen evolueerden niet als regionale maar als nationale partijen. Bij verkiezingen hebben nationale partijen stemmen uit het hele land nodig; daarom waren ze niet geïnteresseerd in het opblazen van taalconflicten. Dit diende de nationale eenheid.

° De grondwet van 1848 verenigde kantons van verschillende talen en religies. Taalkundige en religieuze breuklijnen vielen echter niet samen. Onder de Franstalige kantons vinden we sommige met een katholieke meerderheid, terwijl andere overwegend protestants zijn. Dit is een belangrijk kenmerk. Het leidde tot wisselende meerderheden in het parlement en stemmen van de bevolking: de minderheid van Franstaligen die met de protestantse meerderheid stemden, had een kans om tot de winnaars te behoren, en hetzelfde gold voor katholieken die met de Duitstaligen stemden. Bijgevolg konden taalkundige en religieuze conflicten niet escaleren tot één enkele en dominante kloof.


De sterke religieuze breuklijn van de 19e eeuw bekoelde toen de conservatieve katholieke partij de door de radicale meerderheid gevraagde scheiding van kerk en staat aanvaardde. De grondwet definieert Duits, Frans, Italiaans en Reto-Romaans als de vier officiële talen van het land. De vrijheid van taal geeft de kantons het recht om hun eigen officiële talen te definiëren. Onder deze omstandigheden escaleerden taalconflicten niet. Ook al vinden we populaire stemmen met verschillend gedrag van Frans- en Duitstalige kantons. Een prominent voorbeeld is de stemming over de Europese Economische Ruimte in 1992.

In tegenstelling tot het Duitstalige deel van het land, zijn Franse kantons meer geneigd om Europese integratie, individuele vrijheden of welzijnspolitiek te steunen, maar zijn ze kritischer in kwesties van het leger. Toch zijn deze verschillen minder belangrijk dan de toenemende sociale kloof tussen kapitaal en arbeidskrachten of tussen plattelands- en stadsbevolking.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *