Het politieke circus is het noorden kwijt. Politici besteden al hun energie aan het profileren van hun partij maar over de burger hoort men nooit iets. Die lopen dan ook een andere richting uit, zeer tot ongenoegen van de klassieke partijen. Domme kiezer?
Alle partijen willen volkspartijen worden maar vergeten naar het volk te luisteren en daar profiteren de extreme partijen van. Partijnamen veranderen of er een beweging van maken zullen niet helpen om de mensen terug aandacht voor de politiek te geven. De profilering van de partijen zorgt alleen voor kibbel-kabinetten. De federalisering zorgt alleen maar voor heel veel ministers, niet voor beter beleid. Al die ministers willen hun zegje doen op tv tot ergernis van de bevolking, die gewoon vraagt om naar hun problemen te luisteren en er iets aan te doen. En misschien hopen ze op een autocraat?
Samen met Pieter Marechal schreef Rik Torfs een boek, Over Morgen (2021), over het middenplein als ontmoetingsplaats, als discussieplaats. Een plaats waar iedereen welkom is voor een gesprek, zonder toegangsticket. Ook ‘knettergekke’ mensen zijn welkom. Geen theorie is gek genoeg om uit te sluiten. We moeten het niet met alles eens zijn. Maar het is dramatisch vast te stellen dat de bandbreedte van het publieke debat kunstmatig vernauwd is. Daardoor stagneert de samenleving.
Het middenplein moet de democratie nieuw leven inblazen. Laat ons terug naar de mensen luisteren, ook al zijn we niet akkoord met hun ideeën. Een samenleving is opgebouwd uit mensen die een idee hebben hoe ze samen kunnen leven en werken. Dit kan alleen bereikt worden door met alle mensen te praten en een consensus te zoeken tussen al die meningen. Moeilijk, maar niet onmogelijk.
De bevolking kijkt met afschuw naar het aantal ministers dat ons land telt.
Misschien is de hoogste tijd om dit op te lossen. En neen, dit is niet op te lossen met verdere federalisering of hoe men dit ook wil noemen. En een onafhankelijk Vlaanderen is helemaal een illusie, want wat betekent Vlaanderen zonder Brussel en de Brusselaars zullen nooit akkoord gaan om bij Vlaanderen aan te sluiten. Dus moeten we zoeken naar andere oplossingen: België behouden maar besturen op een andere manier. Misschien moet de nieuwe aanpak in Vlaanderen starten.
Voorwaarde om iets te kunnen realiseren is dat de partijvoorzitters stoppen met het creëren van postjes voor hun partijsoldaten. Ook moeten ze toestemmen in het verminderen van de particratie door de impact van partijvoorzitters te verminderen.
Om de kosten te verlagen moet men de bureaucratie verminderen. Om bureaucratie te verminderen moeten we decentraliseren, dus op referentieregio niveau.
Vlaams parlement
Het Vlaams parlement wordt niet langer via een aparte verkiezing verkozen, maar bestaat uit de parlementsleden van de 13 Vlaamse Referentieregio’s. Om ervoor te zorgen dat de nieuwe parlementsleden hun werk kunnen doen moet elke regio ervoor zorgen dat deze parlementsleden een kantoor hebben in het Referentieregio-gebouw. De nieuwe parlementsleden zullen dus meer werk hebben, maar zijn meer betrokken bij hun regio. Ze staan dan ook dichter bij de bevolking die ze vertegenwoordigen.
Indien we 1 parlementslid kiezen per 10.000 burgers bekomen we 350 Vlaamse parlementsleden tegen vroeger 293 mandatarissen (118 parlementairen en 175 provincieraadsleden).
Blanco stemmen moeten een echte functie krijgen. Een kiezer die blanco stemt wil hiermee aangeven dat er niemand is waarin hij voldoende vertrouwen heeft om hem te vertegenwoordigen. Daarom moeten blanco stemmen aanzien worden als verkozenen. Blanco stemmen worden vertegenwoordigd door lege stoelen in parlement of gemeenteraad. Bij stemmingen worden deze blanco stemmers aanzien als onthoudingen. Daarenboven is dit een grote besparing want lege stoelen moeten niet betaald worden. Bij 15 % blanco zijn er dus 47 parlementairen minder. Geen foert-stemmen meer.
Parlementaire Commissies
Parlementaire commissies krijgen een heel belangrijke functie in de toekomstige werkwijze. Het is daar en niet in de regering dat het wetgevend werk gebeurt. Er moet een parlementaire commissie komen voor elk beleidsdomein en de ministeries worden ook georganiseerd volgens de indeling van de parlementaire commissies.
Plenaire vergaderingen in het parlement worden uitzonderingen.
Het stemmen van wetten gebeurt op stadsgewest niveau, dus niet in het parlement in Brussel en ook liefst electronisch en zeker geheim. De parlementsleden hebben een bureau in het kantoor van hun Referentieregio en werken van daaruit behalve voor de Parlementaire Commissies die zeer belangrijk worden. Wetten moeten gemaakt worden door Parlementaire Commissies, goedgekeurd door het Parlement en niet door de Uitvoerende macht (regering).
Ministers
De Vlaamse minister-president wordt verkozen door alle parlementairen. Hij bestuurt samen met de 13 Vlaamse regio gouverneurs het Vlaams Gewest.
Federaal hebben we 1 minister per beleidsdomein of ministerie. Dit aantal wordt bepaald door te onderhandelen over de beleidsdomeinen die we centraal willen houden; b.v. Eerste minister, Buitenlandse zaken & Ontwikkelingssamenwerking, Binnenlandse zaken, Defensie, Financiën & staatsschuld, Social Zekerheid & Pensioenen, Energie & Milieu, Justitie, Mobiliteit & Vervoer, Economische zaken. Alle andere zaken gaan naar het referentieregio-niveau.
De 3 minister-presidenten van de 3 Gewesten (Vlaams, Waals en Brussels) worden vicepremier in de Federale regering met vetorecht (beperkt, moet nog duidelijk vast gelegd worden).
De gezamenlijk autocratie van de partijvoorzitters moet doorbroken worden, zo niet gaat ons land een zeer chaotische toekomst tegemoet. Of het eindigt met een overwinning van extreem rechts of een autocratische leider. De mensen voelen zich heel gefrustreerd (zie maar de nieuwe toename van hooliganisme in het voetbal) of zeer ontgoocheld over onze politici en hebben weinig verwachtingen voor de toekomst.
Geef basisdemocratie een nieuwe kans.