Armoede is een groot en complex probleem. Om armoede echt aan te pakken moet je aan de knoppen draaien van onze arbeidsmarkt, fiscaliteit en sociale zekerheid. Wat er eerst en vooral nodig is: de politiek moed om er iets aan doen NU. Een ander complex probleem is onze sociale zekerheid, die voortdurend met tekorten functioneert, maar die vooral veel te complex voor de mensen is al was het maar om te weten waarvoor ze in aanmerking komen. Daarenboven worden mensen in hokjes geplaatst, wat zeker niet goed is voor de betrokkenen. Iedereen heeft recht op respect en waardigheid, maar ook op een zekerheid om veilig te kunnen leven en te beschikken over de basis: voeding, kleding en een woning. In Maslow’s piramide zijn dit de onderste twee niveau’s lichamelijke behoeften, veiligheid en zekerheid.
“Principieel ben ik voorstander van het basisinkomen. Om twee redenen. Dit systeem is veel eenvoudiger dan de huidige Belgische koterij van uitkeringen. Wanneer een systeem niet doorzichtig is, zoals dat van de werkloosheidsuitkeringen nu, dan kan het moeilijk werken. Een basisinkomen zou betekenen: eindelijk eens koterijen afbreken in plaats van er bij te bouwen. Ten tweede zorgt het ervoor dat elk uur dat je verdient meteen loont. Het komt bovenop je basisinkomen. Dit is in lijn met onze pleidooien met relancecomité of geen sociale voordelen af te nemen wanneer je werkt.”
Stijn Baert, arbeidseconoom
Iedereen heeft recht op een basiswelvaart: goed en voldoende voedsel, onderdak, water, sanitair, gezondheidszorg, elektriciteit.
Ieder mens heeft recht op het bestaansminimum. Geen enkel mens zou honger moeten lijden, zich zorgen moeten maken om onderdak, of met onbetaalde rekeningen moeten zitten omdat het geld er gewoon niet is. Als dit niet goed geregeld is, dan is dat niet alleen slecht voor deze mensen zelf, het jaagt ook de samenleving op kosten. Want armoede kost geld. Om die wereld basisrechten te garanderen zonder de planeet te verwoesten, moeten er grenzen opgelegd worden aan wat iemand kan bezitten, kopen of verwachten.
“Een nieuwe generatie die de koterijen durft platgooien en een nieuw huis optrekken, vol grandeur. Die kijken naar de toekomst en zo terug aanknopen met onze traditie als land van pioniers. Laat ons samen het debat aangaan: hoe kan het anders en beter? Hier is alvast mijn voorzet. Let’s get to work.”
Sihame El Kaouakibi, Vlaams onafhankelijk parlementslid
Het basisbudget moet aan een aantal voorwaarden voldoen om effectief progressief te zijn.
De vraag die we op tafel moeten leggen is wie het meest het systeem uitbuit en afbreekt: mensen die een basisbudget krijgen of multinationals die hun geld wegpompen naar belastingparadijzen?
De sociale zekerheid wordt gelinkt aan loonarbeid. Loonarbeid betekent dat je noeste arbeid “verkoopt” in ruil voor een inkomen. “Wie niet werkt zal niet eten”.
Maar, wat als we nu eens niet alleen arbeid en inkomen ontkoppelen, maar ook een sociale vrijheidszekerheid ontwikkelen? Want met een vrijheidszekerheid kunnen we gemakkelijker onze sociale, culturele, maatschappelijke, ecologische, tot zelfs economische inzet ontplooien. Want het gaat dan niet meer over “het is van moeten” maar wel over “het is van mogen”.
Einde van de armoede
“Onze welvaartsstaat biedt geen structurele aanpak van de armoedeproblematiek.
Armoede is geen keuze, het is dikke pech. Geboren worden in het verkeerde gezin, je job verliezen, ziek worden, plots je schulden niet meer kunnen afbetalen, … Het kan elk van ons of onze kinderen overkomen. Armoede levert je stigma’s en sociale uitsluiting op. Armoede legt beslag op je kansen om jezelf te ontplooien. Armoede hypothekeert het leven en de toekomst van je kinderen. Armoede vernauwt je mentale bandbreedte. Als je niet weet of je je kinderen die dag te eten kan geven, als je je afvraagt of je de volgende maand nog wel een dak boven je hoofd zal hebben, dan heb je geen ruimte om diep na te denken over je eigen toekomst, laat staan over mens en maatschappij. Je leeft niet, je overleeft. Armoede is een onaanvaardbare schande in een wereld waarin er genoeg welvaart gecreëerd is om iedereen een menswaardig bestaan te bieden.Onze huidige sociale zekerheid maakt mensen in armoede afhankelijk en houdt ze klein.” dixit Sarah van Lieferinge, https://sarahvanliefferinge.wordpress.com/2017/07/17/pleidooi-voor-een-basisinkomen/
Betere positie werknemers
Als iedereen morgen een basisbudget krijgt, dan krijgt men meer vrijheid. Het stopt de jacht naar meer werkende zodat er voldoende geld is om het systeem in stand te houden. Wat de meeste mensen niet meer willen, is de moderne vorm van slavernij: voortdurend tijdelijke aanstellingen, vijf of zes dagen beschikbaar voor de baas, ‘vrije tijd’ die opgaat aan woon-werkverkeer en ‘bereikbaarheid’, stress op het werk of nutteloze werkzaamheden die van hogerhand (management) of buitenaf (overheid) worden opgelegd. En terecht, want die ‘armoe’ is in de 21ste eeuw niet meer nodig, dankzij robots, slim organiseren én een onvoorwaardelijk basisinkomen.
Emancipatie van de vrouw
Vrouwen zullen net als iedereen toegang krijgen tot een basisbudget, waardoor hun positie versterkt. Hiermee kunnen we de indirecte discriminatie van vrouwen stoppen. Ze worden al gediscrimineerd op de arbeidsmarkt en in het gezinsleven, waar ze een groot deel van de verantwoordelijkheid dragen van de gezinstaken en dit ten kost van hun economische zelfstandigheid.
Erkenning van onbetaald werk
Het huishouden, dat de kern vormt van onbetaald werk, moet gewaardeerd worden.
Omdat de zorg die huishoudens leveren essentieel is voor het welzijn van de mens en de productiviteit in de betaalde economie er rechtstreeks van afhankelijk is. Het opnemen van de huishoudeconomie is de eerste stap naar erkenning van onbetaald werk. Door het basisbudget wordt dit realiteit.
Werken loont altijd
Het basisbudget dwingt de werkgever goede werkomstandigheden te creëren. Het grootste deel van de mensen met een fulltime baan wil eigenlijk minder werken. Driekwart van de werknemers gaat gebukt onder hoge tijdsdruk. Een op de vier werkt structureel over en meer dan een op de tien heeft last van een burn-out. De reden dat mensen toch niet minder gaan werken, is dat ze bang zijn om hun baan te verliezen of omdat het financieel niet mogelijk is.
Met een basisbudget hebben werknemers de keuze om zelf te bepalen of ze fulltime of parttime willen werken. Ze kunnen er ook voor kiezen om zich om te scholen. Daarnaast verbetert hun onderhandelingspositie; ze kunnen “nee” zeggen tegen slechte arbeidsomstandigheden of onproductief werk.
Minder bureaucratie
Als de Belgische overheid het basisbudget uitrolt, dan zal ook een groot aandeel van de jobs in de overheidssector op de schop gaan. Momenteel heeft de overheid mensen nodig die pensioenen nakijken, uitkeringen opvolgen en ga zo maar door. Als elk van die controle-organen wegvalt en alle processen worden geautomatiseerd, dan werkt dat natuurlijk in hun eigen nadeel. De gevestigde orde wordt door elkaar geschud, en de macht van organisaties verdwijnt terwijl mensen zoals jij en ik meer autonomie krijgen. Dat creëert een soort machtsverschuiving, die beslissingsorganen in een lastig parket brengt. Ook daar moeten we aan werken – als er één constante is in ons land, dan is het wel dat politiekers de dingen liever ingewikkelder maken in plaats te versimpelen. Zulke innovatie-aversie is te wijten aan politieke machtsspelletjes, waar men in België dringend over moet geraken.
Meer ondernemerschap
Kijk eens hoeveel mensen er vastzitten in een job die ze niet graag doen. Gewoon ontslag nemen is vanwege financiële en familiale overwegingen geen optie. Als we via een basisbudget ervoor kunnen zorgen dat het niet hebben van een job minder erg wordt, voeden we aan de andere kant ondernemerschap. Er zijn zoveel mensen die de grote stap in het onbekende niet durven te zetten. Gevolg: ze zijn slaaf van een bedrijf. Met een basisbudget creëren we vrijheid die de drempel verlaagt om te ondernemen.
Flexibeler arbeidsmarkt
Het basisinkomen heeft als gevolg dat de arbeidsmarkt voor alle partijen beter functioneert. Het hoofdprobleem van de huidige arbeidsmarkt is aan de ene kant dat flexibele werknemers niet voldoende zekerheden of inkomen krijgen op het moment dat ze die nodig hebben, bijvoorbeeld om een eigen huis te kopen of een gezin te stichten. Aan de andere kant zitten veel werkgevers opgescheept met arbeidskrachten in vaste dienst die te duur of te weinig flexibel zijn. Het onvoorwaardelijk basisbudget biedt zowel zekerheid — mits levenslang gegarandeerd — als een minimaal inkomen, met als gevolg dat de arbeidsmarkt voor alle partijen beter functioneert. Dat geldt zelfs voor werknemers die ogenschijnlijk in een ideale positie verkeren. Philippe Van Parijs zegt zelfs dat het “de mogelijkheid schept om laagbetaalde werkzaamheden aan te bieden en te aanvaarden, een mogelijkheid die vandaag niet bestaat”.
Basisbudget praktisch
- Het basisbudget is een bedrag dat maandelijks onvoorwaardelijk wordt uitgekeerd en dat functioneert als een inkomen dat een bestaansminimum garandeert waarmee een waardig leven mogelijk is, zonder verplichte tegenprestatie of toetsing.
- Om iedereen dezelfde startpositie te geven in het leven bedraagt het basisbudget 792 € per persoon vanaf 18 jaar, 198 € per een kind jonger dan 12 jaar en 396 € voor een kind ouder dan 12 en jonger dan 18 jaar.
- Per wooneenheid komt daar nog een woonbudget bij (per gezin of alleenstaande of samenwonenden); dit bedraagt 456 € per wooneenheid.
Het eerste probleem is financieel.
Vandaag bedragen in België de uitgaven voor de sociale zekerheid – voor werkloosheidsuitkeringen, pensioenen, gezondheidszorg en de kinderbijslag – en de sociale toelagen van OCMW’s samen een goede 72 miljard euro. Laat ons er even van uit gaan dat we 11 miljoen Belgen een basisinkomen willen geven van 792 €. Een kleine berekening maakt al snel duidelijk dat dit een uitgave betekent van ongeveer 100 miljard euro. De totale som van de inkomsten uit belastingen (110 miljard) en sociale bijdragen (50 miljard) bedraagt in België 160 miljard. Voor een minimale financiering van het basisinkomen zou de staat dus tweederde van zijn inkomsten aan deze uitkering moeten besteden.
° Om te beginnen zouden we de aftrek voor personen ten laste moeten afschaffen, aangezien iedereen zijn inkomsten heeft.
°Omdat bedrijven niet de grote winnaars zouden zijn, moeten zij dit basisbedrag betalen als sociale bijdrage en niet langer aan het personeelslid.
° Het geld wordt op een kaart geplaatst, zoals nu maaltijdcheques. Dat geld kan dus alleen in ons land uitgegeven worden.
° Er zal nog maar één eenheidsstatuut overblijven, dus geen voordelen meer voor één van statuten.
Aangezien elk kind direct een beperkt inkomen krijgt, kan het kindergeld afgeschaft worden.
° Om dit uit te bouwen als een knipoog naar de toekomst willen we starten met alle jongeren geboren na 1990. Hierdoor zal het huidig systemen slechts geleidelijk aan verdwijnen (om tegemoet te komen aan de vakbonden die voor het status-quo pleiten).
Het tweede probleem is sociaal.
Dit uitrollen voor elke burger in dit land zou kunnen leiden tot een massale migratie naar ons land. Om dit te vermijden maken van het basisbudget een burgerrecht dat enkel beschikbaar is voor wie minstens 5 jaar hier woont.
2 thoughts on “En wat als we anders kijken naar inkomen”
Comments are closed.