Trage Regeringsvorming en het uitschakelen van het parlement

Na kort tot zeer lang (voorlopig langste 541 dagen, waarin de democratie zegevierde) onderhandelen komen de partijen tot een regeringsvorming. Daarbij wordt er onderhandeld over het programma (wetsvoorstellen) dat ze willen uitvoeren, wie welke ministerpost krijgt en wie een job als staatssecretaris.

Deze werkwijze is de aanzet tot het beëindigen van de democratie. De democratie is dood, de particratie is geboren. De onderhandelingen over het regeringsprogramma zijn in feite het uitschakelen van het parlement in het creëren van wetten. De regering is de uitvoerende macht, het parlement zou de wetgevende macht moeten zijn. Door het systeem van de regeringsonderhandelingen wordt het parlement uitgeschakeld als wetgevende macht, het werk van het parlement wordt gedegradeerd tot stemmachine. 

“Als de wetgevende macht verenigd is met de uitvoerende macht in een persoon of in een bestuurlijk lichaam, dan is er geen vrijheid, omdat men moet vrezen dat dezelfde monarch of senaat die tirannieke wetten uitvaardigt ze ook tiranniek zal uitvoeren.” 

Charles de Montesquieu, Franse filosoof

Waarom moet een regering samengesteld worden door de partijvoorzitters?

Het is misschien een goed idee om dit over te laten aan het parlement.

Het samenstellen van een regering is blijkbaar een onmogelijke opdracht voor de partijvoorzitters. Misschien moeten we het parlement de kans geven om een regering te vormen. Waarom moet een regering een meerderheid hebben in het parlement? Omdat het daardoor het parlement kan uitschakelen of beter gezegd ombouwen tot een stemmachine meerderheid tegen minderheid. Heeft de meerderheid dan altijd de juiste ideeën en de minderheid de slechte?

De scheiding der machten waarvoor ons land gekozen heeft moet hersteld worden: een regering moet de ministeries besturen, heeft een uitvoerende taak. En wat voert ze uit? Juist, wat het parlement beslist heeft en wat in het voordeel is van de bevolking, niet van de partij.

Waarom moet een regering samengesteld worden door de partijvoorzitters? Het is misschien een goed idee om dit over te laten aan het parlement. Hoe doen we dit? Er zijn 10 federale ministeries en een eerste minister, we gaan dus op zoek naar 11 mensen die een ministerie kunnen leiden. Staatssecretarissen hebben we niet nodig, die zijn geen meerwaarde voor de bevolking.

Elke partij (ook de stoute) mogen voor elk ministerie een kandidaat voorstellen. Het parlement (misschien aan te vullen met de regionale parlementen?) beslist in een geheime stemming welke kandidaat voor welk ministerie gekozen wordt en wie als eerste minister. De stemming gebeurt in 2 rondes: na de eerste blijven de 2 belangrijkste kandidaten over. In de 2de ronde wordt gekozen uit deze twee. Dat zou een raar resultaat kunnen geven, wat de partijvoorzitters zeker niet graag hebben. Maar uitgerekend die partijvoorzitters zijn het probleem van onze democratie. De wetgevende macht terug naar waar ze hoort, naar het parlement.

Zo’n regering kan samengesteld zijn uit mensen uit meerdere partijen. Dat is geen probleem aangezien een regering enkel moet uitvoeren wat het parlement beslist heeft. Er zal dus voor elk voorstel van de regering een meerderheid gezocht worden, die uiteraard wisselend kan zijn. De regering moet er voor zorgen dat het land goed bestuurd wordt. Ze moet er dus voor zorgen dat de kosten niet uit de hand lopen. We moeten onze kinderen niet opzadelen met massale schulden.

“Herbronnen” voor de uitvoerende macht

In een democratie moet er een scheiding tussen de machten zijn. Er moet een duidelijke scheiding zijn tussen de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Aan deze verdeling wordt onder invloed van de particratie nogal gerommeld.

Wat is het doel van coalitievorming of regeringsvorming? 

Zoveel macht hebben, dat men zonder verdere parlementaire controle wetten kan uitvaardigen. Dat wil dus zeggen dat door coalities te vormen de uitvoerende en de bestuurlijke macht in dezelfde handen zijn.  Coalities zijn een aanfluiting van de democratie. Zij horen thuis in een particratie met alle macht aan de partijvoorzitters. Tijdens coalitiegesprekken wordt er vastgelegd wat er zal gebeuren de volgende vijf jaar. Reeds hierbij gaat het niet langer over de burger, maar over het verwerven van een machtspositie. Daarna is er geen oppositie meer mogelijk, aangezien de meerderheid beslist. Alleen als er een paar partijgenoten afwezig zijn kan er een probleem ontstaan om een idee door de gemeenteraad of provincieraad te jagen. Het overleg over het programma zal dus met de gemeenteraad  of de provincieraad moeten gevoerd worden en niet door de coalitiepartners, die er niet meer zijn. 

Scheiding der machten

In een democratie moet er een scheiding tussen de machten zijn. Met zijn allen hebben we aanvaard dat de meerderheid (50 + 1) bepaald wat er gebeurt. Zie maar wat er gebeurt bij een referendum zoals over de Brexit? Ongeveer de helft van de bevolking blijft ontevreden achter. Dit kan toch niet de bedoeling zijn van een goed bestuur. Heeft de oppositie dan nooit een goed idee? Misschien moeten we evolueren naar een “gulden meerderheid” (61,8 %) voor beslissingen, te beginnen met het gemeentelijk niveau.

De burgermeester en zijn schepenen, de provinciegouverneur en zijn kabinet moeten ervoor zorgen dat er uitgevoerd wordt wat er door de gemeenteraad of provincieraad beslist is. Zij moeten niet beslissen wat er moet gebeuren. Politiek voeren is niet gelijk aan het leiden van een bedrijf, waar de bedrijfsleiding beslist wat er zal gebeuren. In een representatieve democratie moeten de gekozenen luisteren naar hun kiezers en niet naar de partijleiding.

Uitvoeren wil zeggen doen, verrichten, afhandelen, voltrekken, ten uitvoer brengen. De uitvoerende macht moet er dus voor zorgen dat dingen ten uitvoer gebracht worden. Zij zorgen er dus voor dat de ministeries hun werk tot tevredenheid van de burger verrichten. Zij brengen ten uitvoer wat het parlement beslist heeft. Een minister moet er dus voor zorgen dat de ministeries goed werk afleveren in overeenstemming met de beslissingen van het parlement. Zij zijn niet de wetgevende macht. Als er een probleem opduikt moet niet de minister maar wel het parlement in actie schieten en dit probleem bespreken in de desbetreffende commissie. 

Deze werkwijze is de aanzet tot het beëindigen van de democratie. De democratie is dood, de particratie is geboren. De onderhandelingen over het regeringsprogramma zijn in feite het uitschakelen van het parlement in het creëren van wetten. De regering is de uitvoerende macht, het parlement zou de wetgevende macht moeten zijn. Door het systeem van de regeringsonderhandelingen wordt het parlement uitgeschakeld als wetgevende macht, het werk van het parlement wordt gedegradeerd tot stemmachine. 

Voor de parlementsleden is het debat vóór het stemmen een manier om eens op de tribune te komen, om wat bekendheid te verwerven. Het is alleen maar een mediagebeuren. De regering moet terug de uitvoerende macht worden, dus uitvoeren wat het parlement beslist heeft. Zeker niet omgekeerd. Wetsvoorstellen moeten niet van de regering komen, maar van de parlementsleden. Een land is geen bedrijf, waar het bestuur beslist, maar een democratie waar de vertegenwoordigers van het volk beslissen. En waar de regering het uitvoerende werk doet. De enige democratische regering is de minderheidsregering, want die moet altijd op zoek naar consensus.