I Just Don’t Know What to Do with Myself

De titel van dit liedje van Burt Bacharach is hoe ik me nu voel. Ik weet niet meer wat te doen. Ik ben moe. Ik ben het moe dat politici niet luisteren naar de behoeften en wensen van de burgers. Ik ben verward over wat er met de wereld gebeurt. Ik begrijp niet meer wat er echt aan de hand is. Ik weet ook niet of ik hierover nog langer wil of kan schrijven.

Ik ben al zo oud dat er voor mij niet veel meer kan mislopen, maar ik ben bang voor de jeugd. Gaan zij nog leven in een echte democratie? Gaan ze nog een gezonde leefomgeving hebben? Of gaan ze alleen maar in angst naar de toekomst kijken. Angst is echter een slechte raadgever. Hoe moeten zij onze democratie redden? Hoe moeten zij de natuur redden? Hoe moeten zij gelukkig worden? Ik weet niet meer hoe het verder moet. 

En ik ben niet de enige zoals Christophe Vekeman het in De Standaard (9/3/24) omschrijft:

“ Het belangrijkste sentiment dat veel Vlamingen tegenwoordig met elkaar delen, lijkt me niet weerzin te wezen jegens vreemdelingen, maar een gevoel van vervreemding dat voortkomt uit de overweldigende, anonieme drukte die onze maatschappij alsmaar meer kenmerkt en waarin mensen uit alle lagen van de bevolking de gewaarwording hebben naamloos en ongezien te verdrinken. Mensen storen zich niet aan de kleur van elkanders huid, nee, het probleem is dat ze zich zélf zo bar slecht in hun vel voelen zitten.”

Ik weet dat ik een dromer ben, maar nieuwe dingen beginnen altijd met dromen.

  • Eerst heeft iemand een droom.
  • Dan komt het plannen van hoe die droom kan gerealiseerd worden. 
  • Na het plannen kan men met de uitvoering beginnen.
  • Pas dan is de droom werkelijkheid geworden. 

“De grootste vorm van waanzin is deze wereld te accepteren zoals hij is en niet te strijden voor een wereld zoals hij zou moeten zijn.”

Jacques Brel, 1929-1978, Belgische zanger, componist en tekstschrijver

De voorbije jaren heb ik gedroomd en geschreven over wat ik een betere wereld zou vinden. Ik heb jammer genoeg de belangrijkste spelers niet kunnen bereiken, laat staan overtuigen. Politici luisteren al lang niet meer naar ‘gewone’ mensen. Samen met de rijken vormen zij een klasse apart in de maatschappij, die van de macht, gesponsord door het geld. En voor die macht doen ze alles, zelfs de kiezer negeren in zijn wensen voor een rechtvaardige maatschappij.

Het gaat over de ziel van onze democratie. Een maatschappij zonder gedeeld verhaal, is ten dode opgeschreven. Een maatschappij die het niet eens is over de realiteit, krijgt niks meer beslist. De volgende jaren zullen we in het Westen de keuze moeten maken. Ik hoop dat het echt werken aan de democratie zal worden maar ik betwijfel dat dit gaat gebeuren. 

Hoe kan men nog de nodige energie opbrengen om empatisch naar de wereld te kijken en te werken aan de verbetering ervan. Of is dit alleen maar mogelijk door een gebrek aan empathie? En eerlijk, ik heb moeite om niet helemaal te verdrinken in de miserie.

“ Alleen empathie maakt een diepgaand en accuraat inzicht in de complexe realiteit rondom ons mogelijk.”

Wat is dat eigenlijk? Empathie is het vermogen om zich in te leven in de gevoelens en situatie van anderen. Onze snel veranderende wereld is moeilijk te begrijpen, is moeilijk te ervaren zonder in paniek te slagen, is moeilijk hanteerbaar. Kortom moeilijk om in te leven en dan nog empathie hebben.

Voor politici en andere machtshebbers is het moeilijk om nog empathie op te brengen. Uit onderzoek van de Amerikaanse psycholoog Dacher Keltner, van de universiteit van Californië blijkt dat macht ons brein beschadigd, waardoor we onvriendelijk worden. Machthebbers zijn impulsiever, schatten minder goed risico’s in en hun inlevingsvermogen vermindert. Het gedrag van onze partijvoorzitters toont ons hoe dit werkt.

Maar kennen wij, de ‘gewone’ mensen nog empathie? Onze maatschappij is een samentelling van miljoenen Ik-mensen. Het ‘ik’ is belangrijker geworden dan het ‘wij’. 

“Met de komst van de sociale media werd de ik-tiran geboren. Op sociale media kan iedereen een wereld creëren waarin zijn eigen woorden centraal staan en anderen niet meer meetellen. Het is hoog tijd om de samenleving hiervan te genezen, door mensen op een alternatieve wijze te laten leven.”

Eric Sadin, Franse technologie-filosoof

De ik-tiran

Wij zijn intoleranter voor elkaar geworden. Wij houden minder rekening met elkaar. Dat zie je in het verkeer, waar het ieder voor zich is. Het gevecht om de eerste te zijn. Maar je ziet het ook in onze houding tegenover anderen. We vinden nogal gemakkelijk dat het de schuld van de ‘anderen’ is. We vinden altijd wel een groep mensen die de schuld zijn: de vreemdelingen, de Walen, de rijken, de bazen, de politici die wij kiezen, enzoverder.

Over intolerantie zei in 2012 Umberto Eco, schrijver van ‘In de naam van de Roos’ ;

“ In een verzoend Europa moeten we proberen om een nieuw verdrag tegen intolerantie te sluiten. Als we deze eeuwige vijand niet verslaan, zullen we altijd in oorlog zijn.”

Intolerantie is een voortdurende bedreiging voor onze toestand van veronderstelde vrede, en is moeilijk uit te bannen. We kunnen mensen die anders zijn dan wij niet uitstaan omdat ze een andere huidskleur hebben, omdat ze een taal spreken die we niet begrijpen, omdat ze kikkers, honden, apen, varkens of knoflook eten, omdat ze zich laten tatoeëren … Bij kinderen is intolerantie ten aanzien van dingen die onbekend of afwijkend zijn net zo gewoon als hun verlangen om alles wat ze willen hebben ook daadwerkelijk te krijgen. Een kind leert beetje bij beetje om tolerant te zijn, net zoals het leert om eerbied te hebben voor andermans bezit.

Het is vermoedelijk tijdverspilling om volwassenen die elkaar om etnische dan wel religieuze redenen beschieten tolerantie proberen bij te brengen. Te laat. En daarom moet ongecontroleerde intolerantie bij de wortels worden aangepakt, door middel van een voortdurende educatie die al in de vroegste kinderjaren begint, nog voordat intolerantie een te dikke en taaie ‘gedragshuid’ wordt.

Rechtvaardigheid

We moeten terug op zoek naar rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid is billijkheid, eerlijkheid, gerechtigheid. 

Rechtvaardigheid is verbonden met een gevoel, een emotie, die bepaalt hoe wij tegenover een bepaalde situatie of keuze staan. Van jongs af aan hebben wij een ‘rechtvaardigheidsgevoel’. Vaak zal niet het woord ‘rechtvaardig’ vallen, maar het woord ‘eerlijk’. Miskenning in het persoonlijke of in het materiële vormt de kern van de beleving. Als iemand iets niet rechtvaardig vindt zal hij tot verzet komen. Rechtvaardigheid is een strijd waard. Soms een langdurige of heftige strijd. Het oordeel over de rechtvaardigheid ligt ten grondslag aan revoluties en oorlogen, maar ook op individueel niveau vormen schendingen van rechtvaardigheid en discussies over rechtvaardigheid belangrijke drijfveren voor mensen.

Voor Plato (427-347 v.C.) was rechtvaardigheid dat een ieder deugdzaam leeft volgens zijn plaats in de samenleving en zijn relaties met anderen.

“ De toekomst van vrede en welvaart die we zoeken voor alle volkeren van de wereld heeft een basis nodig van tolerantie, veiligheid, gelijkheid en rechtvaardigheid.”

Kofi Annan, Ghanees diplomaat en 7e secretaris-generaal van de VN (1938 – 2018)